Met het Tienpuntenplan voor internationale werknemers wil LTO Nederland goed werkgeverschap in de agrarische sector blijvend bevorderen. Dat de agrarische sector nationaal en internationaal bekendstaat als goede werkgever is ons eigen belang, zegt Steve Fok, themaspecialist Ondernemerschap bij LTO Nederland. ‘Niet laten versloffen.’
Het Tienpuntenplan internationale werknemers is eind 2020 gelanceerd. De punten zijn bepaald door LTO Nederland in nauwe samenwerking met de regionale LTO’s en sectorale organisaties. Het is dan ook aan al deze partijen om mede uitvoering te geven aan het plan.
Een aantal regionale LTO’s en sectorale organisaties heeft deze punten in eigen plannen nader uitgewerkt, zoals bijvoorbeeld het Masterplan Internationale Werknemers van Glastuinbouw Nederland. Het biedt handvatten aan agrarisch ondernemers hoe ze een goede werkgever kunnen zijn voor internationale werknemers. Op de website van de Werkgeverslijn worden de punten – van werving tot zorgverzekering en van modelovereenkomsten tot huisvesting – praktisch toegelicht.
Geen afvinklijstje
‘Het Tienpuntenplan is nadrukkelijk geen afvinklijstje’, zegt Fok. Hij is nauw betrokken bij de totstandkoming en uitvoering van het plan. ‘Ik zie het meer als een richting van wat voor werkgever de agrarische sector wil zijn. Wat stralen we nationaal uit, hoe waarderen internationale werknemers ons, waar is verbetering nodig en wat gaat goed?’
Het plan wordt jaarlijks bekeken en mogelijk herijkt. ‘Ik zie het als een opdracht aan onszelf om met goed werkgeverschap bezig te blijven, bijvoorbeeld via Colland-projecten. Dat is in ons eigen belang. We hebben internationale werknemers hard nodig in de agrarische sector, met name glastuinbouw en open teelten. Ook willen we aan de overheid laten zien dat de sector er alles aan doet om een goede werkgever te zijn’, licht de themaspecialist Ondernemerschap bij LTO Nederland toe.
Een van de belangrijkste punten in het plan is goede huisvesting, vindt Fok. ‘Met goede huisvesting onderscheid je jezelf als agrarisch ondernemer. Tegelijkertijd is het omgekeerde ook waar: is huisvesting niet op orde, dan trekt dat ook de meeste aandacht.’ Om een goed, veilig verblijf voor internationale werknemers te versterken en onder de aandacht te brengen van werkgevers én overheden, wordt ingezet op twee sporen.
Agrarisch Keurmerk Flexwonen
‘Met de lancering van het Agrarisch Keurmerk Flexwonen (AKF), mede mogelijk gemaakt door Colland, leggen we onszelf aan de lat en zeggen we: ‘Kwalitatieve huisvesting moet hieraan voldoen.’ Het keurmerk is voor ondernemers een houvast’, zegt Peter Baltus, projectleider Ondernemerschap en Onderwijs bij LTO Noord.
Het AKF is een vrijwillig keurmerk en bestaat nu zo’n twee jaar. Ondernemers die zo’n keurmerk behalen – ruim honderd – kunnen huisvestingskosten inhouden op het loon van de werknemers. ‘Het keurmerk kan doorslaggevend zijn om internationale werknemers aan te trekken. Goede huisvesting is aantrekkelijk voor hen. Heb je het goed geregeld, dan hebben je werknemers het prettig en zijn ze eerder geneigd om een volgend seizoen terug te komen’, stelt Baltus.
Keurmerk draagt bij aan positieve uitstraling overheden
Naast het inhouden van huisvestingskosten kan het keurmerk gemeenten over de streep trekken om huisvesting te realiseren voor agrarisch ondernemers. ‘Dat is het tweede spoor waar we aan werken. Gemeenten hebben een belangrijke rol bij realisatie van huisvesting. Met het keurmerk laten we onze kwaliteit zien en verstrekken ze hopelijk eerder een vergunning voor bijvoorbeeld bouwen van goede onderkomens voor internationale werknemers’, zegt de projectleider Ondernemerschap en Onderwijs bij LTO Noord.
Baltus merkt dat in veel gemeenten geen of terughoudend beleid is over (huisvesting van) internationale werknemers. Huisvesting op de bedrijven voor eigen werknemers is vaak een prima optie en er is vaak weinig weerstand uit de omgeving. Hiermee kan vlot extra capaciteit worden gerealiseerd, zodat de benodigde bedden voor pieken ook niet nog eens extra drukken op de te beperkte wooncapaciteit. Dat brengt de projectleider Ondernemerschap en Onderwijs bij LTO Noord onder de aandacht via de vergaderingen van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en via het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Visie breed gedeeld
Daarnaast is een visie geschreven over huisvesting internationale werknemers. Deze visie wordt breed gedeeld onder gemeenten en bestuurders. ‘Met die visie kunnen ondernemersgroepen of bijvoorbeeld bestuurders van LTO in gesprek met hun eigen gemeente over huisvesting. Zet het onderwerp op de agenda van je eigen gemeente en wees problemen voor’, adviseert Baltus.
‘Houd het werkgeverschap in eigen hand. Zorg goed voor je werknemer. Dat betaalt zich uit. Voor jezelf als ondernemer, maar ook voor het imago van de agrarische sector als werkgever. We blijven ons daarom inzetten om huisvesting te hebben en te mogen ontwikkelen.’
Werkgeverslijn geeft advies over goed werkgeverschap.
De agrarische sector is een goede werkgever, vindt Fok. ‘Er is altijd wel iets te verbeteren, maar in vergelijking met omringende landen is in Nederland veel aandacht voor goed werkgeverschap en zorgen we voor internationale werknemers. We zijn ook veel in gesprek met ondernemers.’
Werkgevers die niet weten hoe ze bepaalde zaken moeten aanpakken of hoe ze administratief alles moeten regelen, kunnen aankloppen bij de Werkgeverslijn. Het team staat dagelijks klaar om vragen omtrent werkgeverschap te beantwoorden. ‘Een werkgever die een steek heeft laten vallen, begeleiden we om te zorgen dat het niet meer gebeurt’, zegt de themaspecialist Ondernemerschap bij LTO Nederland. Makkelijk is het namelijk altijd niet om een goede werkgever te zijn. ‘Onder grote druk met weinig financiële ruimte goedkope goede producten leveren. Er wordt veel verwacht.
Bron: Nieuwe Oogst