Vanaf 2030 mogen werkgevers geen huisvestingskosten meer inhouden op het minimumloon van arbeidsmigranten. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft een brief aan de Kamer gestuurd waarin een stapsgewijze afschaffing per 2026 wordt aangekondigd van de mogelijkheid om kosten huisvesting in te houden op het minimumloon.
LTO wil deze mogelijkheid, die nu omgeven is met strikte voorwaarden, behouden en hierover met de minister in gesprek. Vanaf 1 januari 2026 zou het maximale inhoudingspercentage stapsgewijs met 5%-punt worden verlaagd. Over vijf jaar zal dit uiteindelijk leiden tot een inhoudingspercentage van 0%, waarmee de inhoudingsmogelijkheid in 2030 zal eindigen. De inhoudingsmogelijkheid voor zorgverzekeringen blijft bestaan.
Verlies van transparantie
Op dit moment kunnen werkgevers kosten voor huisvesting onder voorwaarden bij internationale werknemers inhouden op het minimumloon. Internationale werknemers moeten hiervoor toestemming verlenen, de huisvesting moet gecertificeerd zijn (AKF of SNF) en het maximaal in te houden bedrag voor huisvesting is gelimiteerd. Bovendien is hiermee geregeld dat de ingehouden kosten voor huisvesting verplicht op de loonstrook worden vermeld. Daarmee zijn ze voor zowel internationale werknemers als voor toezichthouders transparant en controleerbaar.
‘Met het afschaffen van deze regeling verdwijnt deze transparantie en zonder alternatieven zijn internationale werknemers slechter af’ zegt Eric Douma, Portefeuillehouder Mens, Ondernemerschap & Onderwijs. ‘Bovendien hebben sociale partners in de agrarische sector met de huidige afspraken in de agrarische cao’s al laten zien het maximum in te houden kosten te willen beperken tot 20% in plaats van de wettelijk toegestane 25%.’ LTO herkent zich dan ook niet in het geschetste beeld dat huisvesting van internationale werknemers een verdienmodel is.
Toenemende risico’s
SZW stelt in de Kamerbrief dat de huidige regeling geen meerwaarde meer heeft. Tegelijkertijd erkent men dat het verdwijnen ervan risico’s met zich meebrengt voor de beschikbaarheid en kwaliteit van woonruimte, evenals voor alternatieve en mogelijk onwenselijke vormen van huurbetaling. LTO is van mening dat internationale werknemers in de nieuwe situatie juist minder kunnen worden beschermd tegen buitenproportionele huurtarieven of malafide huurders. De druk op de nu al krappe woningmarkt zal nog verder toenemen door een lagere investeringsbereidheid in nieuwe woningen.
LTO wil dat misstanden rondom inhoudingen op het minimumloon en slechte kwaliteit van huisvesting hard worden aangepakt. Het afschaffen van de inhoudingsregeling draagt daar op geen enkele manier aan bij.
Bron: LTO